‘Hej’

‘Hej Bernadet, ik wil je even laten weten hoe het met me gaat.’ Zijn telefoontje komt uit het niets.

Hij is een jongere die ik 1,5 jaar geleden in ons programma On Track mocht begeleiden.
Hij deed het hartstikke goed. Hij kon goed reflecteren, deed echt zijn best. Hij had een moeilijke tijd achter de rug en stond er alleen voor. Maar hij wilde zo graag wat zijn leven maken, dus greep de kans om on track te gaan.
Twintig jaar en er alleen voor staan. Dat deed me wat. En uit de verhalen van hem begreep ik dat zijn ouders ‘het gewoon niet konden, opvoeder zijn, ouder zijn’.  Met goede moed en een grote dosis onbevangenheid was hij op zichzelf gaan wonen, met een vriend in een antikraakwoning vlakbij Zwolle.

Zoals ik al zei, hij deed het hartstikke goed. En ik snapte er niets van dat hij ineens niet meer op kwam dagen, de telefoon niet opnam, what’s-app berichtjes negeerde. Dus ik stapte in de auto en ging langs. En dat deed ik vele malen daarna weer. In het begin schrok hij er wel een beetje van en dan excuseerde hij zich dat het zo’n puinzooi was in huis. Maar het maakte mij niet uit. Ik wilde weten wat er aan de hand was. Het was zo’n lieve jongen, schuldbewust ook dat hij het zo had laten afweten.

Ineens kwam het hoge woord eruit. Hij was verslaafd geraakt. Het begon met blowen en alcohol. Daarna kwam 3-MMC.

We hebben hulp gezocht voor zijn verslaving. Dat moest eerst voordat hij weer met een opleiding zou kunnen starten.
Hij wilde er vanaf. Van de troep en van zijn apathie.
De wachttijd bij verslavingszorg was lang. Aan de telefoon al een half uur om zich überhaupt kenbaar te kunnen maken. Dat is lang en het vraagt vastberadenheid om de telefoon er niet op te gooien. Ik was erbij en ik heb het gezien. Maar hij deed het.
En toen kwam de wachttijd voor behandeling. Die was minstens een half jaar. Een half jaar minstens… Dat was ook lang. Te lang. En dus ging hij niet toen er eindelijk een oproep kwam. En naar de herkansing die er kwam ging hij ook niet.

Wat heb ik me machteloos gevoeld. Hij werd onbereikbaar. Maar ik ben blijven appen. Zo af een toe even een ‘ping’. Maar geen reactie, niets, noppes, nada.

Tot de lockdown vorig jaar. Ineens kwam er een berichtje dat hij door de lockdown, en het verlies van zijn baantje in de horeca, zichzelf wel heel erg tegen was gekomen. Dit ging zo niet meer. Hij was gaan kweken. “Wat kweek je dan?” vroeg ik vertwijfeld. ‘Groente’ was het antwoord en hij stuurde trotse foto’s van courgettes, aardappelen en munt. “Groente?” vroeg ik. ‘Ja! Ik heb een hartstikke leuke hobby met mijn groentetuin. Ik ben gestopt met blowen en ik ben een heleboel dingen aan het oplossen. Het contact met mijn ouders is beter en mijn schulden worden al een stuk minder.’

Na dit appje was het een half jaar stil. Tot een week geleden. ‘Hej Bernadet, ik wil je even laten weten hoe het met me gaat. Hoe het nu met me is.’ Hij vertelde trots dat hij ook gestopt is met alcohol en 3-MMC. ‘En dat allemaal op eigen kracht! Ik had er genoeg van en heb de knop omgezet. Gewoon gestopt. Cold turkey. En weet je wat zo leuk is? Ik sta 500 in de plus! En ik heb gisteren de mogelijkheid er ook afgegooid dat ik nog rood kan staan. Ik ben he-le-maal schuldenvrij!’ Wat was hij enthousiast. Ook over zijn nieuwe baan. Sinds een paar maanden is hij fulltime aan het werk bij een energieleverancier, met veel ontwikkelmogelijkheden.

Hij had mijn dag niet beter kunnen maken. Hij is On Track. Ik was en ben oprecht trots. Op hem. En onnoemelijk dankbaar dat hij de moeite nam om mij even te bellen. Binnenkort drinken we koffie, wat zie ik er naar uit…