Wat is de bedoeling?

Afgelopen jaren heb ik diverse teams begeleid in het bedrijfsleven,  in Zorg- en Welzijn en bij de overheid. Het betrof uiteenlopende vraagstukken met uiteenlopende doelstellingen van de teamcoaching of de procesbegeleiding. En toch is alles te herleiden naar het ene. ‘Waar ben jij van?’ Vraag ik steevast. ‘En waar is jullie team van?’ Met andere woorden wat is de bedoeling van jou? En wat is de bedoeling van het team waar je deel vanuit maakt?

Het is opmerkelijk hoeveel moeite het kost om een eensluidend antwoord te vinden op de bedoeling van een team. Enerzijds heeft dat te maken met woorden, met taalgebruik. Anderzijds zijn er echt grote verschillen in beelden die mensen zelf hebben gecreëerd  van de bedoeling van het bedrijf waar ze voor werken of van het team waar ze deel van uitmaken.
Het is zo vreugdevol dat het elke keer weer lukt om de stip op de horizon helder te krijgen. Met de stip bedoel ik het hogere doel. Het helpt om vragen te stellen. Aan jezelf en aan elkaar. “Wanneer is onze bestemming bereikt? Dus waar gaan we voor en waar staan we voor?” Hoe uitdagender en hoe prikkelender het antwoord hoe meer energie er ontstaat om te gáán….

Het leuke van het begeleiden van teams is dat ook ik steeds scherper krijg wat de bedoeling van mij is, waar ik warm voor loop en waar ikzelf in excelleer. Ik gedij in het scherp zetten, ben scherp, stretch mensen (en daarmee teams) tot bijna het uiterste. Ik geef terug wat ik waarneem, maak moeilijke onderwerpen bespreekbaar en heb oog (en maak tijd) voor plezier en luchtigheid. Die combinatie maakt dat mensen het aandurven om naar zichzelf te kijken en de dynamieken/patronen in het team te zien. Daarmee begint verandering, hoe pijnlijk of hoe lastig het ook is.
Ingewikkelde dingen naar de eenvoud brengen, daar ben ik van. Vandaar die ene zin ‘Waar ben jij van?’

Als 1 persoon in het team een probleem heeft dan is dat het probleem van het hele team

Het team dat ik aantrof bij mijn start 9 maanden geleden was een team met oud zeer. Een historie van een komen en gaan van leidinggevenden en te snelle groei.

De nieuwe leidinggevende had een half jaar hard gewerkt om het gezellig te maken op het werk. Ik werd gevraagd om wat aan de verbinding te doen in dit team. Er was iets met de dynamiek in het team, mensen waren soms best onaardig naar elkaar. ‘Maar ook heel leuk hoor’.

Ik heb hem een uur gesproken en gevraagd of hij er mee akkoord ging dat ik met alle teamleden een intakegesprek zou voeren. De terugkoppeling zou ik anoniem en aan de hand van thema’s/patronen doen. Op basis van de uitkomsten zouden we samen bepalen of er vervolgstappen zouden komen en zo ja hoe die er dan uit zou zien.

Peter ging akkoord. En nu achteraf zegt hij ‘Ik was zo naïef, ik had gewoon niet door dat er zoveel onderliggende thematieken waren waardoor het haast onmogelijk was om een écht team te kunnen vormen.’

De terugkoppeling was confronterend. Peter moest echt een paar tranen wegpinken. En precies in die geraaktheid zat de sleutel voor verandering. Voor hemzelf en voor het team.

We besloten de terugkoppeling in het team op eenzelfde wijze te doen. Gewoon delen. Zonder in oplossingen te schieten.
Het werd heel stil. Meerdere mensen zaten met tranen in de ogen. Een iemand zei ‘Ik vind het heel erg voor collega’s, maar ik heb zelf nergens last van.’ Dat was voor mij belangrijke informatie waardoor het duidelijk werd dat dit dus een hardnekkige dynamiek is in dit team.

‘Ik heb nergens last van.’

Hoe zit dat met ‘nergens last van’?
Lekker aan het werk en wegkijken?
Lekker aan het werk, het is niet mijn probleem.
Lekker aan het werk en ik weet ook niet wat ik er mee moet, dus laat ik het maar.
Lekker aan het werk en ..?

Lekker aan het werk is in dit geval helemaal niet lekker aan het werk. En het is niet collegiaal en niet loyaal om, bewust of onbewust, niet te willen weten hoe het precies zit. Want zeg nou eerlijk als een dierbare ergens last van heeft zeg je toch ook niet ‘Ik vind het heel erg voor je, maar ik heb zelf nergens last van’?!

Precies dit: Wat we in privé-relaties belangrijk vinden geldt ook op het werk. Heeft een persoon in het team een probleem, dan is er een probleem voor het hele team. Het makkelijkst is dit te begrijpen als het gaat over ongewenst gedrag of intimidatie. Maar uitsluiten, buitensluiten, niet gezien of niet gehoord worden, te hoge werkdruk, te weinig uitdaging, enzovoort, is allemaal erg. Voor die ene collega vreselijk en daarmee ook voor jou werk aan de winkel. Je moet willen weten hoe het precies zit. En wat jij kan doen om het fijner, beter, gezelliger en waardevoller te maken. Dus waar sta jij voor en waar ga jij voor?

Ontwapenend bij het koffie-apparaat

Ik gun iedere organisatie een Annemarie!

Dit is het verhaal van Annemarie.
Ze is 38 jr en heeft bij haar geboorte hersenbeschadiging opgelopen. Haar kinderjaren en jeugd waren niet makkelijk. Het spreken gaat langzaam en vanwege spasmen is het moeilijk om gericht taken uit te voeren. Maar stap voor stap heeft zij zich ontwikkeld tot een zelfstandige vrouw. Als jong volwassene kwam ze terecht op een ‘beschutte werkplek’. Het was fijn voor Annemarie om deel uit te maken van een team. Maar het werk gaf ook veel prikkels, de taken waren best ingewikkeld in verband haar moeizame coördinatie en de werkdruk was, ondanks alle aanpassingen, te hoog.

Er is gezocht naar andere werkomgevingen.

En gelukkig was daar die ene werkgever die mogelijkheden zag

Wat voor velen een ondenkbare baan is is voor Annemarie een droombaan.

Iedere ochtend staat ze met haar ontwapende glimlach naast het koffie-apparaat. De mensen die haastig het kantoor in lopen worden door haar warm welkom geheten. Ze kan niet goed uit haar woorden komen, maar de glimlach op haar gezicht zegt ‘Welkom! Fijn dat je er bent!’
Annemarie is vanuit haar talent aan het werk. Als zij er niet is starten de collega’s van haar minder ontspannen aan de dag.
Het is fijn op kantoor als Annemarie er is. Collega’s en klanten zijn heel blij met haar aanwezigheid en laten het graag aan haar over om het knopje van het koffie-apparaat in te drukken. De mensen om haar heen maken ondertussen een ontspannen praatje, ze maken even pas op de plaats, ze zijn respectvol en vriendelijk, hebben oog voor de kleine dingen.

Annemarie is er
Ze laat laat zien dat de grootsheid van talent vaak in de kleine dingen zit.
Ik gun iedere organisatie een Annemarie. En ik gun “alle Annemarie-en” een plek waar talent de ruimte krijgt.

 

Het is een dunne lijn

Zaterdag was het bandjesavond. Het was een mooie avond om met vrienden in de stad af te spreken en te genieten van livemuziek.

Ik zag hem op de brug zitten. Mooie man in een net overhemd, pullover, goede jas en nette spijkerbroek. Aan zijn hand een zegelring die schitterde toen hij een slokje van zijn drankje nam. Naast hem stond een tas met wat spulletjes.

Rogier is arbeidsrechtadvocaat
‘Heb je misschien wat geld voor me?’
Terwijl ik mijn portemonnee zocht vroeg ik hem wat zijn plan voor de avond was.
‘Ik ga dan naar de Herberg’, zei hij. ‘De daklozenopvang hier in Zwolle.’
We maakten een praatje en zo kwam ik te weten dat hij arbeidsrechtadvocaat is en Rogier heet. Rogier heeft op een aantal kantoren in NL gewerkt en laatste jaren in het buitenland. Hij vertelde enthousiast over de zaken waar hij aan gewerkt had.
Bij zijn tweede scheiding was het mis gegaan. Hij moest zijn appartement uit en dat was het begin van een aantal gebeurtenissen waardoor hij op straat terecht was gekomen. Geen huis, geen baan, geen geld.

Groei Vooruit
“Wat zou je graag willen?” vroeg ik hem. ‘Gewoon een baan, maakt mij niet uit wat. Als ik maar aan het werk kan en uit deze situatie kom’. Hij klonk oprecht, welbespraakt, vriendelijk. Ik gaf hem de tip om zich te melden bij Groei Vooruit Regio Zwolle “Ik werk daar ook aan mee. Je kunt mijn naam noemen en ik zal vragen wat we voor je kunnen betekenen.”

‘Wat fijn dat je dit doet, wat fijn dat je dit doet.’ Hij doelde op het feit dat ik hem wat geld gaf. Maar hij werd hoopvol toen ik hem over de mogelijkheden vertelde in begeleiding naar werk. Ik zei nog dat het een dunne lijn is. Dat ik mij dat goed realiseer. En dat ik hoop dat iemand mij de hand uitsteekt of wat geld geeft mocht ik in zo’n situatie terecht komen.
We wensten elkaar een goede avond.
Ik heb meerdere keren aan hem gedacht dit weekend, ik hoop dat hij mijn tip ter harte neemt.

De noodzaak van een postadres/briefadres
Vandaag heb ik meteen navraag gedaan of dak-en thuislozen geholpen kunnen worden met de dienstverlening van Groei Vooruit. Het is nodig om een postadres te hebben weet ik nu. De Herberg kan bijvoorbeeld een postadres (briefadres) zijn. Voor het aanvragen van een briefadres in regio Zwolle: https://www.zwolle.nl/briefadres

Als er ergens een wereld van verschil gecreëerd kan worden dan is het wel voor de mensen die zonder dak of zonder thuis zijn. Off the road is in deze context niets avontuurlijks, maar een keiharde struggle zoekend naar een menswaardig bestaan.

Opgelucht haal ik adem dat hij de telefoon opneemt.

“Hallo?!”
Zijn stem klinkt slaperig. Opgelucht haal ik adem dat hij de telefoon opneemt.
‘Met Bernadet’, zeg ik, ‘ik bel je zomaar even, om te horen hoe het met je is. Ik weet het, het is nog vroeg, maar ik dacht ik heb nu tijd’.
Het is 08.30 uur en hij weet niet dat ik slecht heb geslapen omdat ik over hem zat te piekeren.

Vanochtend stond ik met buikpijn op

Ik had gezocht naar zijn what’s-app en zag dat hij er geen profielfoto meer op had staan. Het was al een jaar geleden dat wij contact hadden via what’s-app. En ineens door een samenloop van gebeurtenissen in de afgelopen weken borrelde mijn ongerustheid over hem weer op. Hij klinkt verrast en zegt heel blij te zijn dat ik hem bel. Hij wilde mij ook graag spreken, maar durfde niet meer zo goed omdat het al een tijdje geleden was dat hij iets van zich had laten horen.

On Track
‘Hij’ is een jongere die 3 jaar geleden deelnam aan het jongerenprogramma ‘On Track’.
18 jr oud. Iedere week kwam hij, weggedoken in een grote hoodie, met een bleek gezicht en gebogen schouders, bij ons binnenwandelen. Ik vergeet nooit de grote donkere droeve ogen. Eenzaam. Wanhopig. Geen idee welke kant hij op moest en wat hem zin kon geven in leven.
Het ging al niet echt lekker voor de pandemie, maar het gemis aan structuur en sociale contacten op school heeft hem in donkere diepten gestort.
Wij spraken af dat hij dit kenbaar zou maken bij de huisarts zodat er specifieke begeleiding ingezet kon worden. In de tussentijd zou ik er voor hem zijn. Iedere week live, 1-op-1 . En telefonisch of via what’s-app. Zo nodig dagelijks.Ik ben coach, geen therapeut of psycholoog. Ik zag de grens voor mij in onderzoeks- en begeleidingsmogelijkheden. En ik werd onbegrensd in beschikbaarheid om hem niet weg te laten glippen. Als dat al kan.

Studieloopbaan
Afgelopen jaar is hij psychologisch onderzocht en is de diagnose autisme gesteld. In welke vorm is voor hem niet duidelijk. Hoe hij er mee om moet gaan ook niet, maar volgende week komt er een ambulant begeleider om hier met hem over in gesprek te gaan. Het is eindelijk zover dat er duidelijkheid komt.
Ik geef aan dat hij weer met mij in gesprek kan gaan, als hij zover is, om over zijn studieloopbaan te sparren. Dat vindt hij fijn omdat hij twee keer een studie is gestart en ook weer is gestopt omdat de vorm niet paste. Ik weet dat er mensen zijn die vinden dat ik los moet laten. Maar ik kan het in deze situaties niet en ik wil het niet. ‘Wat je ziet, daar ben je verantwoordelijk voor’ heb ik eens geleerd. En zo is het. Al is het voor deze ene jongere die daardoor weer lichtpunten ziet.

Faith in Nature II

Ik ben graag buiten, het hele jaar door en daar neem ik mensen, als het kan, in mee. Soms lummelend op een kleedje, soms stevig doorstappend tegen de wind in of juist met de wind in de rug. De natuur om ons heen geeft aanwijzingen en daarmee inzichten.

Om nog meer te leren over de natuur en de wijsheden die daarmee samenhangen volg ik sinds oktober van afgelopen jaar het leertraject Faith in Nature II. Een uitdagend traject qua inhoud, proces én het verblijven in tentjes door weer en wind. Wat ik nu weet is dat koude niet zo erg is, daar is goede kleiding voor. Nat is (uiteindelijk) wel erg als de buitentemperatuur laag is. Dat is fysiek zwaar, maar mentaal ook. Zeven maanden zit ik in dit traject en alle 7 weekenden maanden heeft het geregend (of gesneeuwd). Wat zag ik uit naar het weekend in april (want dan was er de lente) en wat was het een keiharde confrontatie dat het wel herfst leek. Het is de ultieme weg om te leren hoe je als mens hebt mee te bewegen met wat zich aandient. De natuur geeft antwoord op alle vragen, het is een spiegel van wie wij zijn en waar wij als mensen staan.

Waar de winter uitnodigt tot vertragen en reflectie is de lente de periode om tot groei en bloei te komen.

Zoals de winter de periode is van schaarse middelen, naar binnen keren en stilte, zo is de lente om naar buiten te treden en daarmee je transformatie te voltooien.

De natuur is daarbij een hele mooie spiegel en een mooie oefenplek. Het is de plek waar je jezelf goed leert kennen, waar je je ervaringen kunt verwerken en nieuwe inzichten kunt opdoen. Je komt in de natuur tot rust en daarmee tot nieuwe inspiratie.

Weet je dat je (weer) kunt leren om met het ritme van de natuur te leven? Wij zijn onderdeel van de natuur, maar we doen vaak het tegengestelde van wat buiten om ons heen gebeurt. Zo gaat dat in onze prestatiegerichte maatschappij.
Volg de seizoenen en toets dat aan je eigen dynamieken. Wil je graag iemand die met je meeloopt en meekijkt in jouw proces neem dan contact met met op.

Droom in het bos

Een eigen stukje bos om te lummelen, te werken, te ontwikkelen, inspiratie op te doen en om nieuwe wegen te ontdekken!

Wat is het een zoektocht geweest. Werkelijk alle websites, marktplaatsen en zoekwoorden zijn gebruikt om een buitenplek te vinden in/om Zwolle. Ik heb er over verteld en gevraagd aan mensen om mee te kijken. Totdat tijdens een opleidingsweekend (Faith in Nature II) de vraag werd gesteld ‘wat moet er echt nog gebeuren mocht je niet zoveel tijd meer hebben hier’. Ik wist meteen waar het mij nu in essentie om gaat: ik wil vanaf dit voorjaar een kampementje kunnen opzetten in een eigen stukje bos. Om mensen mee te kunnen nemen. Individuen of teams die ontwikkelvragen hebben, bij wie het schuurt of vastzit, waar nieuwe inspiratie wenselijk is of nieuwe wegen gevonden moeten worden. Dagsessies, 24-uurs, 48-uurs, whatever.
Na dat weekend belde ik met een organisatie dat bemiddelt in natuurgrond. ‘Komt er weleens wat te koop in de buurt’, vroeg ik. “Bijna nooit, maar toevallig net”, was het antwoord. Ik was even sprakeloos, mijn hart maakte een sprong. Een paar dagen later tekende ik het koopcontract en vandaag was de overdracht!

Het is een droom die realiteit is geworden. En een magisch wonder ook.
Na het sluiten van de locatie van Droom van Zwolle had ik een tijdboog gemaakt van 1000 dagen. 1000 dagen ’tussentijd’ om zicht te krijgen op het nieuwe, om bij te komen en om nieuwe inspiratie op te doen. Het duurde lang, tijd verstreek en het werd krap. Én ik bleef in vertrouwen en volharding; gefocust en nieuwsgierig naar wat zou kunnen gebeuren. De tijdboog van 1000 dagen liep af op 27 maart j.l. Slechts twee dagen daarvoor zette ik mijn handtekening. Op het nippertje, perfecte timing!
Ik blijf onder de indruk van de enorme creatiekracht die vrijkomt als je een intentie koppelt aan tijdruimte. En dankbaar ook dat ik dit ooit heb geleerd van Jan de Dreu en (wijlen) Michaël Derkse tijdens het volgen van de Pulsaracademie (2008-2011). Er is al zoveel gebeurd sindsdien en daarom ik werk er ook vrijwel dagelijks mee als ik individuen of teams begeleid.

Heb jij er zin in om ‘off grid’ te gaan? Dus zonder het gebruikelijke comfort van een werk-/vergaderruimte? Kom dan eens in mijn bosje vlakbij Zwolle 🙌🏽
Ik beloof je dat je nieuwe ervaringen opdoet, nieuwe inzichten krijgt en nieuwe inspiratie. Maar bovenal dat je in contact komt met je eigen natuur, in de natuur!

 

Of de plek vrij is

Hij heeft driekwart jaar geleden de switch gemaakt van het bankwezen naar een overheidsorganisatie. ‘Qua cultuur een soort van hetzelfde, dus een goede match’, zegt hij.
Hij was na zijn studie bij de bank aan het werk gegaan en had daar jaar op jaar een groeiproces doorgemaakt. Het werk binnen de bank ging hem goed af; hij was populair, een loyale collega en uiteindelijk een geliefde people-manager met veel inhoudelijke kennis. Die kennis gaat over data, maar dat doet er eigenlijk niet toe. Het was wel handig dat hij wat van de inhoud wist, maar als manager lag zijn ‘scope’ ergens anders. Hij is 41 jaar, super in van alles. Enthousiasme, gedrevenheid, sociabiliteit, intelligentie. Hij heeft het allemaal en ook nog ’the looks’ van ’the nice guy’.
En toch, het lukt in de nieuwe werkomgeving niet wat hem bij zijn vorige werkgever zo goed afging. Ik krijg een bericht of ik hem alsjeblieft wil helpen met het bouwen van een nieuw team. Ik spreek hem een uur. Hij vraagt wat hij moet doen.
Ik vraag hem of de plek vrij is.
… ‘Huh, wat bedoel je?’
“Precies zoals ik het zeg. Is de plek vrij? De plek van leidinggevende?”
Hij wist zeker dat dit het geval is. Oké de vorige leidinggevende was nu zijn leidinggevende en die werd ook nog steeds benaderd met vragen. Maar kom op, zo’n leuk mens, geweldige sociale integere en bekwame vakvrouw…

Het is nu 3 maanden later en hij zegt ineens dat hij denkt te begrijpen wat ik bedoelde met de vraag of de plek vrij is. Hij heeft door de teamcoaching en de coaching van hemzelf zicht gekregen op de patronen/dynamieken die er zijn. In het team en bij hemzelf. Hij is het hartgrondig met me eens dat dit een onderwerp is dat aandacht vraagt. Maar hoe dan?

Ik geef hem daar antwoord op door terug te geven wat ik had gehoord toen hij met een collega haar vertrek bij dit team besprak. Ze wilde met stille trom, gewoon klaar, geen afsluiting of iets dergelijks. Hij volgde dat, gaf nog aan dat niet zo gezellig te vinden, maar ja. “Kijk, dat is nou precies wat er aan ten grondslag kan liggen als een plek niet vrij is”, zei ik. “Iemand vertrekt ogenschijnlijk, maar het risico bestaat dat iemand niet écht vertrekt als er niet bewust een punt is gezet. Mijn advies is om dat wel te doen, ook als dat van de ander niet persé hoeft. Het gaat erom dat je los komt van elkaar, waardering uitspreekt, dankbaarheid. En dat je (daarmee) kenbaar maakt dat er niets meer verschuldigd is over en weer. Kortom, bewust de samenwerkingsovereenkomst afhechten en déze samenwerking ritueel vrij maken. Dat is voor jezelf en het team waardevol, en zeker ook voor de vertrekkende collega. Het schept duidelijkheid en het maakt de weg vrij voor nieuwe wegen. Mogelijk ontstaat er een nieuwe samenwerking, maar dat hoeft niet.”

Dynamieken in teams: ordening, hiërarchie en ranking

Het is opvallend hoe vaak er ‘plekgedoe’ in teams is. Plekgedoe is een bron voor irritatie en conflicten.
Afgelopen jaren heb ik diverse teams begeleid waarbij het niet lekker liep in de samenwerking. Korte trajecten van een aantal sessies en langere trajecten van een jaar. Plekgedoe is een rode draad in samenwerkingsissues. Nu is het mogelijk om de irritaties of conflicten op inhoud op te lossen en mensen vaardigheden aan te leren om goede gesprekken te voeren. En dan? Is het dan eens en voor altijd klaar?
Helaas niet en om te begrijpen waar het allemaal vandaan komt is het goed om wat dieper te graven en breder te kijken. Wat speelt er systemisch? Wat zijn de diverse dynamieken in het team en de organisatie?

Een organisatie is een levend systeem
Een organisatie gedijt erbij als er voor elke medewerker, voor elke functie, voor iedere afdeling en voor iedere business-unit een duidelijke plek is in het geheel. Vanuit de systemische benadering is elke functie evenveel waard en even nodig in het systeem als geheel.
De organisatie zorgt voor een helder kader, een ordening. Dus hoe verschillende functies of subsystemen van een organisatie naast elkaar kunnen staan en elkaar aan kunnen vullen. Om zo een groter systeem, de organisatie als geheel, te kunnen vormen.
Ordening geeft rust. En ruimte. Iedereen weet wat zijn/haar positie is!

Ordening wordt nogal eens verward met hiërarchie. Bij hiërarchie staat de ene laag boven de andere laag, de ene laag geeft leiding aan de andere laag.

Vanuit systemisch perspectief is iedere functie evenveel waard en even nodig in het systeem als geheel.

Een voorbeeld: Een verpleegkundige en een arts werken samen aan het herstel van een patiënt. Beide professionals hebben een ander takenpakket en beide professionals dragen een andere verantwoordelijkheid en bevoegdheid. Als het om het beleid ten aanzien van de patiëntenzorg gaat is de arts eindverantwoordelijk. De arts is echter niet degene die leiding geeft aan de verpleegkundige. De verpleegkundige valt hiërarchisch onder een team- of afdelingsmanager. De arts heeft verantwoording af te leggen in een andere hiërarchische lijn (maatschap, bestuur, manager van specialisten). In de praktijk leidt dit nogal eens tot verwarring en dat brengt een andere dynamiek teweeg. Het is een subjectievere dynamiek die wij grotendeels zelf als individu invullen. Deze dynamiek heet ranking.

Ranking gaat over ‘pikordes en framing’.
De ‘bubbel’ waarin je je bevindt bepaalt wat leidend is, bijvoorbeeld: afkomst, gender, leeftijd, authenticiteit, gezondheid, economische positie, opleiding. Afhankelijk van context nemen wij een plek in (of aan) en plakken daar een mate van belangrijkheid aan. (Dit leidt tot de verwarring zoals geschetst in bovenstaand voorbeeld. Ranking wordt in dit voorbeeld, vaak door beide professionals, verward met hiërarchie. Maar het zijn 2 verschillende dynamieken!).
Ranking is context-afhankelijk, het fluctueert, is tijdelijk. Iemand met een hoog opleidingsniveau kan op het ene moment in een groep hoog in ranking zijn en op een ander moment lager in ranking uitkomen. Dat hangt af van waar het op dat moment over gaat. Mensen kunnen tegen de ander ‘opkijken’, of juist ‘neerkijken’.

Ordening, hiërarchie en ranking; het zijn dynamieken die maar beter goed van elkaar gescheiden worden
Op het moment dat het systeem als geheel én de subsystemen zich van de verschillende dynamieken bewust zijn ontstaat ruimte om elkaar maximaal te ondersteunen. Dit is de weg naar het het ontwikkelen van meesterschap van de afzonderlijke professionals en naar het benutten van elkaars meesterschap.

Het zal duidelijk zijn dat het bestuur en het management een belangrijke taak heeft in het verhelderen van plekken en posities. Dit voorkomt plekgedoe en het voorkomt dat medewerkers zich kleiner of groter maken ten opzichte van de ander.

 

Vrij of aangelijnd?

Als ik aan mijn jeugd denk dan denk ik aan veel en in het bijzonder aan ‘avontuur’.
Een periode met steeds meer ruimte om vrij te bewegen, grenzen te verkennen, dingen te doen en te ontdekken die op dat moment een goed idee leken.
Wij hadden bijvoorbeeld een discotheek die tussen de middag open was. Het was er altijd druk, beregezellig, goede muziek. Wat hebben we gedanst! En eerlijkheidshalve wat hebben we ook een uren verlet laten gaan die we eigenlijk op school hadden moeten doorbrengen. Er was geen controle op aanwezigheid en er was geen digitaal leerlingvolgsysteem dat inzichtelijk was voor ouders/opvoeders. Wel werd er appèl gedaan op eigen verantwoordelijkheid. Je was verantwoordelijk voor je eigen resultaten én voor het constructief meewerken in groepsprocessen.

Het heeft goed uitgepakt. De vrijheid (het vrij voelen), is 1 van de belangrijkste waarden die ik met me meedraag.
En dat is precies waar ik in de huidige jonge generaties het tekort zie/voel. Vaak is dit tekort een gevolg van aanvankelijk goede intenties. Zo is het leerlingvolgsysteem vast niet bedoeld om ouders aan te zetten om hun kinderen te pas en te onpas aan te spreken op schoolresultaten. En de zoekfuncties/trackers die door ouders worden geactiveerd op de mobieltjes zijn er ook vast niet voor bedoeld om altijd alles van een kind te willen weten.

En toch gebeurt het. Veel jongeren zitten digitaal aan de lijn. Ze kunnen geen kant op door de keuzes die volwassenen maken. Daar hebben ze last van. ‘Mijn ouders denken dat ik het niet kan’, ‘Mijn ouders vertrouwen me niet’, ‘Ik zie er tegenop om naar huis te gaan omdat ik dan weer een preek van mijn vader of moeder krijg over de cijfers van mijn toetsen’.
Ik verzin het niet hè, dit hoor ik vaak van jongeren die ik begeleid.
‘Ja’, zul je misschien denken, ‘maar ze zitten zelf ook veel online’. Dat klopt én dat is een ander onderwerp.

Waar het om gaat is dat ik ouders bijvoorbeeld hoor zeggen ‘Even kijken waar Joris is, oooh hij is bij de appie. En Emma is nu in Groningen op weg naar de uni.’ Waarom willen mensen dat weten? Dit gaat niet over zorgzaamheid of om te checken of iemand veilig aangekomen is rond middernacht. Dit gaat over alles willen weten.
Waarom?

Ik probeer het wel eens bespreekbaar te maken. Soms via een omweggetje door te vragen of ze zich nog herinneren hoe wij dat vroeger hadden. Soms door effecten bij jongeren te bespreken die ik in mijn praktijk hoor. Soms ook door directer te communiceren en aan te geven ‘dat het kind geen kant op kan’. Het is een onderwerp dat liefst niet verder besproken wordt door ouders/opvoeders. En toch doe ik dat omdat het niet klopt. Een kind heeft ook recht op eigen ruimte, om dingen te ontdekken zonder toeziend oog van de ouders. Een kind moet ook fouten kunnen maken zonder dat er meteen reactie via het mobieltje op komt.
Trackers kunnen aan- en uitgezet worden. Bewust ingezet worden als het echt spannend is om in de nacht naar huis te fietsen. De leerlingvolgsystemen kunnen ook op die manier ingezet worden. Je hoeft als ouder niet in te loggen om de laatste schoolcijfers te bekijken. En als je dat wel hebt gedaan geef dan in ieder geval je kind de tijd en de ruimte om zelf te vertellen hoe het op school gaat. Soms duurt dat een dag, soms een week, heel soms duurt het nog langer. Maar het komt als jij vertrouwen hebt.